H.J. Mekkelholt

H.J. Mekkelholt (*1921)

Twee dagen na de bevrijding is er een bevrijdingsfeest op de Dam dat uitloopt op een bloedbad. Voor meneer Mekkelholt krijgt deze dag uiteindelijk een positieve wending.
Zoals zoveel jonge mannen kreeg ik in 1943 een oproep om te worden gekeurd voor Duitsland. Dat gebeurde op het Leidseplein, bij het Leidse Bosje. Ik kon nog kiezen of ik naar Berlijn wilde of naar Rostock. Ik koos voor Rostock, bij de Oostzee. In Rostock heb ik de eerste zes weken in een barak geslapen. Daarna kon ik met drie andere Nederlandse jongens een kamer huren in een groot herenhuis. Ik heb meerdere malen bombardementen meegemaakt van huizen in de omgeving. Er was vaak luchtalarm en elke keer moesten wij ons bed uit om te schuilen in de kelder. Ik kreeg werk op kantoor bij Heinkel vliegtuigen. Er werkten daar duizenden mensen. Om dat werk te krijgen moest ik mijn MULO- diploma inleveren – dat heb ik nooit meer teruggekregen. Eigenlijk heb ik het daar best goed gehad. Wij kregen elke dag warm eten – met zelfs muziek erbij.
Na tien maanden kreeg ik een ticket voor de reis naar Amsterdam. Ik had een week verlof. Maar ik ben nooit meer teruggegaan. Dat was augustus 1944.
Een nieuwe episode brak aan. Ik kon onderduiken bij een tante en oom van mij op het Droogbak, vlak bij het Centraal Station. Ik woonde in hun achterhuis en ik ben nooit gevonden. Misschien ben ik nog twee keer terug naar huis geweest maar dat was te gevaarlijk. Verder zag ik alleen mijn oom en tante. Ik durfde weinig over straat. Soms liep ik een rondje in de buurt. Het was geen gemakkelijke tijd. Ik had geen radio. Informatie over het verloop van de oorlog hoorde ik van mijn tante. Zo hoorde ik over de landing van de Amerikanen op D-Day. Maar in Amsterdam werd de situatie steeds gevaarlijker. Ook al was het zo goed als duidelijk dat de bevrijding eraan kwam.
Toen kwam de overgave, eindelijk. Om dit te vieren ging ik op maandag 7 mei naar de Dam. Duizenden mensen hadden zich daar verzameld om de Canadese bevrijders te verwelkomen, die op die dag verwacht werden. Er was een feeststemming en het was prachtig weer. Plotseling klonken er schoten. Duitse soldaten schoten vanuit de Grote Club op ons. Er brak paniek uit onder de mensen en iedereen probeerde te vluchten of ergens achter te schuilen. Iedereen wilde tegelijk weg. Toen het voorbij was, stond ik naast een meisje dat stond te huilen. Zij was haar vriendin kwijtgeraakt en wist niet meer hoe thuis te komen. Ik zei haar dat zij met mij mee kon komen. Wij gingen naar mijn huis, ik haalde daar mijn fiets op en heb haar toen naar huis gebracht.
Deze ontmoeting was het begin van onze verkering. Wij zijn vrij snel getrouwd. Nog 1,5 jaar hebben wij samen in datzelfde achterhuis op het Droogbak gewoond en zijn toen naar de Helmersstraat verhuisd. Wij zijn 62 jaar getrouwd geweest en hebben drie kinderen gekregen.
Het feest op de Dam is een bloedbad geworden. Uiteindelijk zijn er ruim 40 doden gevallen en waren er meer dan 100 gewonden. Maar voor mij betekende deze onverwachte ontmoeting een nieuwe start in mijn leven. De oorlog was voorbij, ik kon weer vrij rondlopen en het is het begin geweest van een prachtig leven met mijn vrouw en ons gezin.

Bron: ‘de Lettertuin‘, magazine van verpleeghuis Amstelring, locatie De Drie Hoven, door Annelies den Dulk

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.