E.H. Müller artikel over Overhoff

Een ridder verguisd en vergeten: Carel Frederik Overhoff

Door E.H. Müller

Het is 7 mei 1945. Duizenden burgers verzamelen zich op de Dam te Amsterdam in afwachting van de Canadeze bevrijders, die dan elk moment kunnen arriveren. De Duitse Kriegsmarine houdt zich dan nog verschanst in het gebouw van de Groote Club, op de hoek van de Kalverstraat / Paleisstraat. Het pand is afgezet met schrikkeldraad en voor het pand staat een menigte te joelen. Als een groep leden van de Binnenlandse Strijdkrachten in de Paleisstraat proberen een tweetal Duitse Marinegefreiters aan te houden en één van dezen weigert zijn wapen af te geven ontstaat er een vuurgevecht, waarbij één van de Duitse soldaten zwaar wordt gewond.

Dit geeft vermoedelijk aanleiding voor de Duitse soldaten in de Groote Club om vanuit dit pand het vuur te openen op de menigte op de Dam. Bijna een uur lang worden er schoten uitgewisseld tussen leden van de Binnenlandse Strijdkrachten en de Duitse soldaten.

Zodra het bericht van het vuurgevecht de Gewestelijk Commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, de reserve-majoor Carel Overhoff, bereikt, neemt deze onmiddellijk actie. Hij is bang dat dit gewapend treffen zich over de gehele stad zal uitbreiden en wil verder bloedvergieten voorkomen. In een motor met zijspan, bereden door de wachtmeester Jan de Jongh, spoedt hij zich van de Warmoesstraat naar de Ortskommandantur op het Museumplein en weet hauptmann Bergmann van de Duitse Feldgendarmerie over te halen met hem mee te komen naar de Paleisstraat. Met zijn drieën (Overhoff, De Jongh en Bergmann) weten zij binnen te dringen in de Groote Club en het vuren tot zwijgen te brengen. Op en rond de Dam liggen dan 19 dodelijke en 117 gewonde slachtoffers.

Op 30 december 1947 wordt aan de muur van de Groote Club een bronzen herdenkingsplaquette onthuld. Deze plaquette bevindt zich daar thans nog. Het opschrift luidt:

‘ter herdenking
van de burgers
die op 7 mei 1945
op de dam gevallen zijn’.

Willems-Orde

Bij K.B. no. 23 van 29 mei 1947 wordt de reserve-luitenant-kolonel Carel Overhoff, benoemd tot Ridder 4e klasse der Militaire Willems-Orde, wegens:

Nadat reserve-Majoor Overhoff in Mei 1940 bij de gevechten om de rivier de Noord bij Alblasserdam een goed bataljonscommandant had getoond te zijn, heeft hij zich door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden in de hieronder omschreven actie in de namiddag van 7 Mei 1945 te Amsterdam. 

Op dit tijdstip heeft hij als Gewestelijk Commandant strijdend gedeelte der Binnenlandse Strijdkrachten, Gewest 10, te Amsterdam op de Dam, het Damrak en in de naaste omtrek met grote besluitvaardigheid snel een einde gemaakt aan toen reeds levendige vuurgevechten, welke ter plaatse waren ontbrand tussen leden der Binnenlandse Strijdkrachten en Duitse militairen.

Hij heeft met gevaar voor eigen leven, op een motor met zijspan gezeten, alleen vergezeld door een Duitse officier en een wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, als bestuurder, door zijn persoonlijk krachtig en kordaat optreden en door zich moedig tussen de vurenden te begeven, waarbij de bestuurder van het motorrijwiel vlak voor hem dodelijk werd getroffen, het vuren door beide partijen doen staken en de orde hersteld, door welk moedig en beleidvol optreden Amsterdam gespaard bleef voor een noodlottiger omvang of verscherping van dit incident, dat aan de burgerij reeds een aantal van ongeveer twintig doden en honderd en twintig gewonden had gekost.

Een mooie citatie, echter met een fout: wachtmeester De Jongh sneuvelde niet bij dit incident, maar bij een later die dag gehouden vuurgevecht tussen de BS en de Waffen SS op het Stationsplein. Onderweg hier naartoe werd de wachtmeester op het Damrak dodelijk getroffen. Ter herinnering hieraan is op de gevel van het Victoriahotel een herdenkingsplaquette gemonteerd. Deze draagt de volgende tekst:

‘hier sneuvelde op 7 mei 1945
voor de vrijheid van ons
vaderland de wachtmeester
bij het 1 r.h.m.
Jan de Jongh
oud 33 jaar
laatstelijk als wmr. der
marechaussee ingedeeld bij
de stafwacht van ctd.
gewest 10 der b.s.’

Wie is Carel Overhoff?

Carel Frederik Overhoff werd op 30 augustus 1891 te Amsterdam geboren als zoon van Carel Frederik, commissionair in effecten, en Johanna Margaretha Piek.

overhoffHij doorloopt de H.B.S. en in 1909 vertrekt hij naar het buitenland om daar werkervaring op te doen.

Als hij in 1913 in Nederland terugkeert gaat hij werken bij de commissionairsfirma Kerkhoven & Co., waar hij 1916 procuratiehouder en in 1918 mede-firmant wordt. Als mede-firmant is hij mede verantwoordelijk voor de directie van de N.V. Administratiekantoor Gebroeders Boissevain en Kerkhoven & Co. te Amsterdam en van de Maatschappij tot beheer van het Administatiekantoor van Vereenigde Amerikaansche en andere fondsen. Zijn interesse in de effectenhandel zorgt er voor dat hij in 1936 bestuurslid wordt van de Vereeniging voor den Effectenhandel.

Naast deze beroepsmatige ‘bijbaan’ heeft Overhoff ook nog diverse andere functies. Zo staat hij te boek al: penningmeester van de Algemeene Amsterdamsche Vereeniging voor Wijkverpleging ,,Het Witte Kruis”, bestuurslid van de Afdeeling Amsterdam der Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming, voorzitter der Vereeniging tot verbetering van het lot der Blinden in Nederland en Koloniën, bestuurslid van de Afdeeling Amsterdam der Koninklijke Nationale Vereeniging tot Steun aan Miliciens, commissaris van de N.V. Van Vlissingen & Co’s Katoenfabriek te Helmond, van de Nederlandsche Fabriek van Bronswerken voorheen Becht & Dyserinck N.V., van de Pretoria Hypotheek Maatschappij, van de Hoofdstad Hypotheekbank voor Binnen- en Buitenland en de N.V. Nederlandsche Hotelzilver Maatschappij ,,Hollandia Plate”. Daarnaast is hij sinds 1911 reserve-officier bij het Wapen der infanterie en bekleed hij bij het uitbreken van de oorlog de rang van reserve-majoor bij het Regiment Wielrijders.

Na zijn demobilisatie in juli 1940 keert Overhoff terug in de effectenhandel. In augustus 1940 wordt hij plaatsvervangend voorzitter van de Vereeniging voor de Effectenhandel en in november 1941 zelfs voorzitter. Met deze functie verkreeg Overhoff onbeperkte macht op de effectenhandel en daarmee op de beurs. Zelfs zoveel macht dat hij in 1941 effectenmakelaars verbood in NSB-uniform op de beursvloer te verschijnen en in juli 1943 bepaalde dat beursbedienden slechts de Nederlandse (en dus niet de Duitse!) nationaliteit mochten hebben.

Al vrij vroeg in de oorlog wordt Overhoff ook een van de leidende figuren in de Amsterdamse Ordedienst (OD). Als in 1944 de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) gevormd moeten worden uit de losse eenheden van de Raad van Verzet (RVV), Knokploegen (KP) en de OD onstaat er een machtsstrijd binnen deze zogenaamde ‘Delta-organisatie’. OD-commandant Boswijk wil het militaire gezag over Amsterdam op zich nemen, waar de gematigde overige partijen het niet mee eens zijn. Als compromis wordt (mede door Walraven van Hall, voorzitter van het Nationaal Steunfonds en ‘beursvrindje’ van Overhoff) de gematigde en minder geprononceerde Overhoff naar voren geschoven. Kort daarop wordt deze door het landelijk commando der BS  aangewezen als commandant van het gewapend verzet in Amsterdam.

In 1945 werd Overhoff lid van de Afdeling Effectenregistratie van de Raad voor het Rechtsherstel en in 1946 treed hij toe tot de Landelijke Ereraad der Illegaliteit. Deze Ereraad was, op aandrang van de Groote Advies Commissie der Illegaliteit, op 7 februari 1946 door de minister van Justitie in het leven geroepen. Taak van de raad was optreden als adviescollege in die gevallen, waarin Openbaar Ministerie of Rechter-Commissaris van mening waren, dat het optreden van een bepaalde verdachte als illegaal werker, of bepaalde door hem aan het verzet tegen de vijand ontleende motieven, van belang konden zijn voor de beoordeling van door deze verdachte tijdens de bezetting gepleegde strafbare feiten. De raad gaf zijn advies slechts na kennisneming van het desbetreffende dossier en na verhoor van verdachte en eventuele getuigen. De deskundigheid van de raad berustte op persoonlijke werkzaamheid van zijn leden in de illegaliteit.

Op 22 mei 1947 wordt Overhoff door de Britse regering onderscheiden met de King’s Medal for Courage in the Cause of Freedom.

Overhoff was in 1948 genoodzaakt om, nadat door overname van Kerkhoven & Co. door De Twentsche Bank, aan het licht kwam dat hij en zijn compagnon Callenfels zich ten minste sinds 1929 stelselmatig schuldig hadden gemaakt aan het verduisteren van creditgelden uit hun eigen firma, zijn publieke functies neer te leggen.

Op 10 mei 1951 wordt hij door het Gerechtshof van Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2½ jaar, wegens verduistering van creditgelden. De Hoge Raad verwierp zijn beroep in cassatie bij arrest van 12 februari 1952.

En dit feit was niet het enige dat Overhoff ten laste werd gelegd. Hem werd tevens verweten dat onder zijn voorzitterschap op de Amsterdamse beurs het joodse effectenbezit door de onder Duits beheer gestelde bank Lippmann Rosenthal & Co. te gelde was gemaakt. Hoewel hij voor dit feit werd vrijgesproken overschaduwde dit wel de verdere geschiedbeschrijving omtrent zijn persoon.

Ontslag als ridder

Bij K.B. no. 33 van 6 mei 1952 wordt C.F. Overhoff ontslag verleend als Ridder 4e klasse der Militaire Willems-Orde ‘terzake van het feit, dat hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2½ jaar wegens verduistering van “creditgelden”, zulks met toepassing van artikel 13 van de hiervoren genoemde Wet.

Saillant detail hierbij is, dat, naast het daartoe gegeven advies van de Minister van Oorlog (d.d. 29 April 1952, DG La A 125) Overhoff daartoe zelf ook een verzoek heeft gedaan. Het K.B. zegt hierover: ‘nader gelet op het feit dat hij zich bij request van 21 Februari 1952 tot Ons heeft gewend met het verzoek om, in verband met de hem opgelegde straf en met begrip voor en ter wille van de hoogheid van de Orde, ontslagen te worden als Ridder van genoemde Orde, nadat het hoogste rechtscollege in den Lande een onterend vonnis over hem heeft uitgesproken.

Was dit K.B. één dag later genomen, dan was dit exact zeven jaar na de datum geweest van de acties waarvoor Overhoff zijn M.W.O. verwierf.

Carel Frederik Overhoff overleed op 24 juli 1960 te Haarlem als een berooid man.

Zijn naam is in de loop der tijd vergeten en veelal in publicaties ‘vergeten’. In het begin van de jaren 1990 kwam hij weer even in het nieuws door het toen gepubliceerde fotoboek ‘De Dam 7 mei 1945, Foto’s en Documenten’ van F. Bool en V. Hekking (Amsterdam, Uitgeverij Focus) en het onderzoek van J.P. Meihuizen. Deze publiceerde in 1995 het boek  ‘Goed fout. Het criminele verleden van beursvoorzitter en verzetsman Carel F. Overhoff in de doofpot van historici’ (Amsterdam, Academische Boekhandel).

Bronnen

  • Nationaal Archief, toegang 2.02.20, inv. 9547
  • Goudriaan, H. (1992). Het visuele verhaal over het drama op de Dam. In: Trouw, 7 mei 1992
  • Liagre Böhl, dr. H. de & drs. G. Meerhoek (1989). De bevrijding van Amsterdam. Een strijd om macht en moraal. Zwolle, Uitgeverij Waanders.
  • Vervaart, W. (2005). Ontrechting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van bezetting en wederopbouw. Alphen aan den Rijn, Kluwer.
  • Waard, P. de (1995). ‘Hali-dag’: de laatste grote affaire van de beurs in de oorlog. In: De Volkskrant, 29 april 1995.
  • Waard, P. de (1995). Al fout voor de oorlog. In: De Volkskrant, 31 augustus 1995.
  •  Zonder auteur (1938). Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
  • http://stadsarchief.amsterdam.nl
  • http://www.niod.knaw.nl

Oorspronkelijk gepubliceerd in  Decorare (nr. 23 Juni 2010)

1 Reactie

  1. Richard van Arkel

    Op 10 juli 1945 is een commissie “Beoordeling Officieren Bezet Gebied”. In de commissie zaten Generaal-majoor Henri Koot, voorzitter, met als leden Kapitein A. Meijer, Reserve-majoor C.F. Overhoff en Kapitein H. van Zinnicq-Bergmann als secretaris. H. Koot is 1 december 1946 als Kanselier der Nederlandse Orden benoemd. Koot heeft dus als Kanselier de benoeming en ook het ontslag meegemaakt. Dit is een saillant detail wat eigenlijk ook nog bij dit verhaal thuis hoort.

    Reageren

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.