In de TV uitzending Na de Bevrijding van 14 februari 2014 met als titel “Verloren Jeugd”, werd teruggeblikt op 7 mei 1945 op de Dam en de rol van de padvinderij. De ‘Dunnewoldgroep’ stond destijds onder leiding van hopman B.O. van den Berg en enkele leden komen nog jaarlijks bij elkaar. Ook wij hadden contact met de heren Rob Albrecht (87), Dick Verloop (85) en Anton Gerritsen (82).
Padvinder met witte vlag loopt met platte kar richting Nieuwe Kerk
Dick Verloop: Ik was 16 jaar toen ik als padvinder op de Dam stond als ‘afzetter’ bij het publiek. Gelukkig voor mij niet op de plaats waar de mensen doodgeschoten zijn. In de ontstane paniek ben ik daar ook snel weggelopen. Ik had het uniform en hoed, toen de padvinderij verboden werd, een veilig plekje thuis gegeven. In de oorlog is er tussen enkele padvinders van onze groep altijd contact gebleven, o.a. met onze hopman, Bart van den Berg. Ik moet aannemen dat die mij meteen na de oorlog weer benaderd heeft en onder andere mij heeft gevraagd om op 7 mei naar het voormalige padvinderskantoor op de Keizersgracht te komen om daar de rommel van de jeugdstorm op te ruimen. Daar waren meer padvinders van andere groepen dan de ‘Dunnewoldgroep’ aanwezig, waarvan een aantal toen naar de Dam zijn gedirigeerd. Met padvindersvriendje Jan van Ketel ben ik op 7 mei naar de Dam gegaan. Helaas is hij al jaren geleden overleden. Hoeveel Dunnewolders er die dag op de Keizersgracht waren, weet ik niet, maar meer dan Jan van Ketel en mijzelf. Er waren ook van andere groepen padvinders aanwezig, zoals ook blijkt uit “het logboek van Ton Gräber “, Gräbers verslag als padvinder van de Jan van Riebeek-groep over de periode 5 mei – 28 juni 1945.
Padvinders belast met eerste hulp en bergen van slachtoffers.
Rob Albrecht: Ik was 18 jaar en woonde in de PC Hooftstraat. Tot de staf behoorde ook Leo Capit [red: Leo Johannes Capit *1920], bij hem thuis werd in het geheim samengekomen en geoefend op handgranaten. 
“Neef” [red: Scout Shop De Blokhut van Fa J. Neef & Zn] was de leverancier van uniformen zoals de scoutingkleding. Ons groepje bestond uit ca 30 jongens en werden opgeroepen om aanwezig te zijn, voor allerlei werkzaamheden. Na de beschietingen werd er hulp verleend. Ik weet er nog maar weinig van. Het TV-programma had de titel “Verloren Jeugd”, maar voor mij was de oorlog geen verloren jeugd. Het was een kwestie van aanpassen, het was niet anders.
Foto: Wiel van der Randen, collectie Spaarnestad
Padvinders brengen met een platte kar gewonden naar het Binnengasthuis. Hier lopen ze langs draaiorgel ‘t Snotneusje.
Gerelateerde Berichten