Herman Musaph 1915-1992, arts bij het Corps Gemotoriseerde Reserve van de Binnenlandse Strijdkrachten, schreef een verslag van de gebeurtenissen en zijn handelingen op 7 mei 1945.
——————————————————————————————–
VERSLAG
Corps Gemotoriseerde Reserve
Nederlandsche Binnenlandse Strijdkrachten
Herm. Musaph, arts.
Medisch Rapport
7 Mei 1945.
’s Morgens en in de voormiddag gebeurden geen vermeldenswaardige dingen. Om 15.30 werd wegens gevechten op de Dam tussen de Duitsers en de N.B.S. uitgerukt door 33 man, die door mij en een E.H.B.O.-assistent begeleid werden in een vrachtauto; de R.K.-verbandkist werd medegenomen alsmede enige houten spalken.
Op het Rokin bij de Dam werd gestopt. De manschappen gingen in dekking, waardoor het groepsverband verloren ging. Wegens het hevige schieten vluchtte ik een steeg in. De broeders van de G.G.D. die reeds met hun auto aanwezig waren, vertelden dat de gewonden naar het B.G. vervoerd werden. Na omstreeks 1/2 uur posten van de N.B.S. in de omgeving bezocht te hebben zonder het contact met eigen groep te kunnen herstellen heb ik mij naar naar het B.G. begeven.
In het B.G. bood ik mij den Geneesheer-Directeur G. v.d. Reyden aan om op de Eerste-Hulppost te assisteren, hetgeen na overleg met derden toegestaan werd.
De situatie aldaar was zeer droevig en hoogst gecompliceerd. Tientallen gewonden lagen in gang en binnenplaats voor de wachtkamer op onderzoek te wachten, dat onder leiding van den chirurg Nordholt een aanvang nam. Naar schatting passeerden circa 120 gewonden, de meesten hadden schotwonden aan de extremiteiten. 5 waren succomberende, w.o. een lid van de N.B.S. en 2 Duitse infanteristen. Onder de zwaargewonden was ook een lid van N.B.S., van wien het grootste gedeelte van de onderkaak weggeschoten was.
Een andere N.B.S.’r, de heer J. de Vries, bleek bij onderzoek een schotwond ln de l.schouder te hebben. Uit kiesheidoverwegingen werden de gewonden in Duitse uniform door den niet-N.B.S.arts geholpen, aangezien ik in uniform dienst deed.
Ik vertrok om 7 uur, toen alle gewonden de eerste behandeling achter de rug hadden.
Hierna heb ik mij bij dokter Van Dinkel gemeld.
In het kort kan vanuit medisch gezichtspunt het volgende over de slachtoffers gezegd worden.
De algemene toestand, speciaal de neiging tot collaberen, was slechter dan bij de slachtoffers bij de bominslag op de Blauwburgwal in Mei 1940, die ik onder gelijke omstandigheden heb zien passeren.
Het aantal fracturen was betrekkelijk gering; niet een was gecompliceerd.
Het was een grote handicap dat geen Röntgen-foto’s genomen konden worden.
Het aantal hysterici zonder wonden bleef tot 1 beperkt.
De organisatie was goed. Veel hulp werd ontvangen van padvinders en N.B.S.ers bij het vervoer van de gewonden.
Om half acht meldde ik mij weer bij den Sectie-commandant.
Een lid van de uitgerukte groep bleek een kleine huidsnede te hebben boven het ros jugulum, welke met desinfectie en het plaatsen van een agrafe behandeld werd.
Het diëet werd zowel quantitatief als qualitatief aanmerkelijk verbeterd en bestond uit: 1 brood, 1 ons kaas, 1 ons boter, 1 bord erwtensoep met vlees.
Verder werd nog een der manschappen met acute gastro-enteritis met 39,1o temp. naar huis gestuurd.
——————————————————————————————–
Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten
Korps Gemotoriseerde Reserve 19 mei 1945
Medische Afdeling (Herm. Musaph, arts)
18 mei 1945
Den Commandant van het Corps Gemotoriseerde Reserve
der Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten.
——————————————————————————————–
1. Maandagavond 7 Mei werd een drankvoorraad binnengebracht. ’s Nachts werd door een der manschappen geconstateerd, dat door een drie- of viertal personen op de commandopost stevig gedronken werd. Dit was mede aanleiding dat de heer X. de volgende dag psychisch moeilijkheden opleverde.
2. De nacht van Woensdag op Donderdag (9 op 10 mei) werd in de cantine misbruik gemaakt van sterke drank, waarbij de heer IJ. door acute alcoholvergiftiging in een zodanige staat geraakte, dat hij op zijn legerstede met moeite door 2 man in bedwang gehouden kon worden.
3. Donderdagavond 17 Mei werd in de cantine gebruik gemaakt van sterke drank. Een van de aanwezigen, den heer Z. ontmoette ik bij zijn vertrek, hij verkeerde in beschonken toestand.
Bespreking.
Dinsdagavond 8 Mei had ik een onderhoud met den commandant, waarin ik hem mijn mening kenbaar heb gemaakt, dat er in dienstverband en in dit gebouw niet geschonken mag worden, zulks in verband met het aanwezig zijn van wapens. Een van de leden der cantlne heb ik op 10 mei na het gebeurde onder 2 genoemd opdracht gegeven ervoor te zorgen, dat een dergelijk exces niet meer voor zou voorkomen. Ik moet helaas constateren, dat de genomen maatregelen onvoldoende waren.
In overleg met den districtsarts verzoek ik U dringend aanvullende maatregelen te nemen.
Waarbij ik bij den commandant volledig begrip vond.
Dienstdoend arts ,
(Herm. Musaph)
BRON: NIOD
Boeiend dat jullie dit verslag hebben gevonden. Moest wel enkele woorden opzoeken. Succomberen=bezwijken; collaberen=ineenstorten; agrafe=hechtkram. Wat ros jugulum is heb ik nog niet achterhaald.