In 1968 schreef de heer P.K. Marquenie een brief naar L. de Jong.
We hebben een gedeelte van de brief overgenomen uit het werk van De Jong,
Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog
Deel 10b, pagina 1422 en 1423.
Meer van deze brief is niet opgenomen in het werk van de Jong, en zal opgezocht moeten worden bij het NIOD. Hierin het volgende: op de Dam, dicht bij het balkon van de Grote Club, stond, aldus zijn voorstelling van zaken een vrachtauto.
‘en op deze voortgeduwde wagen waren onder grote hilariteit van het publiek vrouwen aangevoerd die omgang met Duitsers hadden gehad. Deze vrouwen werden berecht voor een soort tribunaal. De hoofden werden kaalgeknipt en gemenied. Dit gebeurde niet zo zachtzinnig. Het bloed stroomde over hun gezicht. De vrouwen schreeuwden en riepen om hulp. Dit alles onder de ogen van de Duitsers. De Duitsers riepen om de vrouwen met rust te laten, dit gebeurde echter niet. Onderhand liepen er BS’ers om het Paleis. Enkelen stonden bij het draaiorgel met geladen geweren of iets dergelijks. Het tumult en gekrijs der vrouwen werd heviger. Toen werd er geschoten. Eerst schoten de Duitsers over de hoofden. De BS’ers zochten dekking achter het draaiorgel en schoten naar het balkon, schuin boven hun hoofden”
In een uitzending van AT5, Amsterdams Peil (o.a. uitgezonden op 5 mei 2005) komt Marquenie samen met zijn vrouw aan het woord.
Scenes uit documentaire “ondergedoken camera”. Niet met zekerheid is te zeggen of deze beelden gemaakt zijn op 7 mei 1945.