L.J. Kampen van Ommen

Ik was 11 jaar toen ik met mijn ouders naar de Dam ging. We stonden er midden in toen er werd geschoten. Wij konden de steeg in komen waar ik mijn moeder kwijt raakte. Mijn vader heeft een ruit in geslagen bij de pastorie van de grote kerk en heeft mij en tientallen andere mensen via dat raam naar binnen getild daar eenmaal binnen moesten we tussen de banken liggen er werden ook mensen bediend die daar aan het sterven waren. gelukkig na een hele poos in mijn beleving als kind een paar uur kwam mijn moeder de kerk in, die was aan de achterkant bij een stoffen zaak van Mundheim gevlucht en had van bekende gehoord dat wij in de kerk waren. Mijn moeder vertelde dat voor haar een man in zijn nek was geschoten. Je moet denken we lagen daar allemaal gehurkt op de Dam dus die man lag net iets hoger dan mijn moeder. Later werden we door de, ik meen dat het toen b.s. heette, achterom naar buiten begeleid, en zo konden we door de Jordaan weer thuis komen.
Zo, dat was mijn verhaal en ik hoop zoiets nooit meer mee te moeten maken want dit staat in mijn geheugen gegrift.
Met vriendelijke groet.
L.J. Kampen van Ommen