19Twee dagen na de vredesbesprekingen in Wageningen bereikten de eerste geallieerden op 7 mei de hoofdstad. ’s Avonds na afloop van de dramatische schietpartijen rond de Dam en het Centraal Station, droeg de Duitse Ortskommandant het stadsgezag over aan de bevelhebber van deze Britse verkenningseenheid: majoor Richard Hamish Taite.
Het was verzetsman Tonny van Renterghem die het misverstand uit de weg ruimde dat het de Canadezen waren die die dag Amsterdam bereikten. Door zijn inspanning werd in 1995 een bronzen plaquette op de Berlagebrug geplaatst, waarop staat dat het de Britten waren die Amsterdam op 7 mei als eerste bevrijders binnenreden. Ze waren onderdeel van een Britse verkenningseenheid, tijdelijk ingedeeld bij het Canadese leger. Op 8 mei volgde de Canadese hoofdmacht.
Tonny van Renterghem was er zelf bij als chef-staf van de Ordedienst/Binnenlandse Strijdkrachten Amsterdam-Zuid onder commandant J.H. Claus. De afdeling viel onder Gewest 10 (grofweg groot Amsterdam), waarvan C.F. (Carel) Overhoff commandant was. Aan het hoofd van de landelijke BS-staf stond H. Koot. In mei 1945 waren de Ordedienst en de Raad van Verzet onder de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten geplaatst.
Tonny van Renterghem beschrijft hoe ze op 7 mei met één jeep (met trailer) en vier pantservoertuigen de stad inreden. Hij zat in het eerste pantservoertuig van de befaamde Polar Bears, daarna volgde de rest van de eenheid:
In de namiddag en onder bevel van de Engelse majoor Hamish Taite bereikte de complete British Polar Bear-verkenningseenheid van zo’n 25 gepantserde verkenningswagens, het Amsterdamse Stadhuis. Het waren dus de Engelsen, die als voorhoede werkten voor het Canadese leger, dat Amsterdam pas de volgende dag zou bereiken.(…) Majoor Taite ontmoette daar de nieuwe burgemeester Feike de Boer en nam contact op met Overhoff als hoofd van het Amsterdamse militaire BS-verzet en met de Duitse Ortskommandant van de Wehrmacht, luitenant-kolonel Hans Schröder. Niet wetend hoe behulpzaam deze laatste was geweest, weigerde Taite hem de hand te schudden toen Schröder zich nu met zijn troepen aan hem overgaf. 1)
Leonard Marsland Gander, journalist van de Daily Telegraph, schreef in een artikel dat in The War Illustrated en in Nederlandse vertaling in het Lichtspoor verscheen, dat hij op de 7e mei samen met Redfern in een jeep klom, in de voorhoede van de Britse 49e West Riding infanteriedivisie, onderdeel van het 1e Canadese Legerkorps. Bijnaam van de divisie was The Polar Bears, omdat deze aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had gevochten bij de Slag om Noorwegen en een deel ervan op IJsland werd gestationeerd. De voorhoede, het Reconnaissance (Recce) Regiment met Majoor Taite als onderbevelhebber (Taite was commandant van het B-squadron als vervanger van de eigenlijke, maar gewond geraakte commandant), was vanuit Otterlo via Hilversum naar Amsterdam gereden. No. 1 Troop (twee zware en twee lichte wagens) onder leiding van luitenant George Bowman en No. 4 Troop (zes Bren gun carriers) onder luitenant John Rafferty.
Nadat Gander, gekleed in Brits uniform met rode baret, in de jeep het centrum van Amsterdam (met Van Renterghem als gids) had bereikt, trokken de Polar Bears zich terug van de Dam, waar een explosieve situatie was ontstaan doordat een groep Duitse gewapende infanteristen van de andere kant kwam aanmarcheren en er zich een enorme menigte bevond. Twee van de pantserwagens en de jeep bleven op de Amsteldijk stilstaan om op de rest te wachten en naar de rand van de stad te rijden. Daar wachtten ze gezamenlijk en werd er naar het hoofdkwartier geseind. Ondertussen was de schietpartij op de Dam begonnen, waarvan ze op dat moment niet wisten. En werd er ook bij het Centraal Station geschoten.
Een poos later reden ze terug richting de Dam, waar nog geschoten werd. Terwijl zij aan het overleggen waren, trok Carel Overhoff met een witte vlag over de Dam. Majoor Hamish Taite en de rest van het B eskadron hadden zich buiten de stad met circa tien pantserwagens bij de verkenningsgroep gevoegd. Toen de Polar Bears Amsterdam voor de derde maal binnenreden, was Taite erbij. Bij schemering bereikten ze het kantoor van de burgemeester.
Amsterdams stadshistoricus Richter Roegholt schrijft over Taite en de 7e mei:
Amsterdam werd bevrijd op de avond van 7 mei 1945, toen majoor Hamish Taite van het Eerste Canadese leger zich in gezelschap van twee van zijn officieren op het stadhuis meldde. Hij werd er ontvangen door de waarnemend burgemeester Feike de Boer, de vooroorlogse gemeentesecretaris mr. S.J. van Lier en het hoofd van het gemeentelijk bureau voor inkwartiering, mr. P.J. Mijksenaar. Ook de commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten voor Amsterdam, majoor C.F. Overhoff, en zijn plaatsvervanger, majoor W.C. Roest van Limburg, waren die avond aanwezig. De Duitse Ortskommandant, Oberstleutnant Hans A. Schröder, werd ten stadhuize ontboden: hij had van dat moment af Canadese orders te aanvaarden. De volgende dag vond de befaamde intocht van de Canadezen plaats. 2)
Richard Hamish Taite
De onderbevelhebber van de Britse verkenningseenheid 49th West Riding Infantry Division en tijdelijk bevelhebber B-squadron Richard Hamish Taite, die op 7 mei 1945 Amsterdam binnentrok, was member of Kings Own Royal Regiment. Hij, die altijd aangeduid werd met zijn tweede voornaam Hamish, werd geboren op 5 April 1911 in Westminster-London, als zoon van Geoffrey Charles Brindley Taite en Natalie Ernestine-le-Doux.
Hamish Taite diende in het Britse leger onder militienummer 52726. Als ‘Brigade Major’ van de 34e tankbrigade landde hij in Normandië op 30 juni 1944 op “Courseulles” beach. Hevige gevechten volgden onder andere bij Le Havre tot de bevrijding van Hilversum met het 49th West Riding Infantry Division, Reconnaissance Regiment. Taite zat bij het 107th Regiment Royal Armoured Corps (King’s Own), in juni 1944 onderdeel van de 34th Tank (later armoured) Brigade.
Wegens zijn aandeel in de bevrijding van Nederland werd Hamish Taite in augustus 1945 door zijn meerderen voorgedragen voor een Nederlandse koninklijke onderscheiding:
During the whole of the fighting in HOLLAND this officer was Second-in Command of 49 Recce Regt. Between JAN and APR 45 the Regt were continuously in the line on the River WAAL at DRUTEN, and by his untiring efforts Major TAITE succeeded in maintaining a high standard of morale and efficiency during this period of watching and waiting in very hard weather conditions and in the face of constant enemy shelling and patrols. During this time this officer was also responsible for the administration and training of two companies of Dutch H.P., who were placed under command 49 Recce Regt, and the subsequent success of these companies as infantry in the line was largely due to Major TAITE’s zeal and efficiency. In the assault on ARNHEM in APR 45, a Squadron Leader was wounded and Major TAITE took over the Squadron, which he commanded with skill, determination and courage until the end of the campaign in HOLLAND. Following the capture of ARNHEM he led his Squadron with conspicuous success in offensive sweeps against the GREBBE line, when his unsparing devotion to duty were an inspiration and example to his men. In MAY 45, when the surrender of the German troops in HOLLAND was being negotiated, Major TAITE performed valuable services in personally organizing the surrender of the troops in HILVERSUM and BUSSUM and later, by leading a detachment of his Squadron into AMSTERDAM on the evening of 7 MAY 45, he was largely instrumental in quelling disturbances caused by German S.S. troops who were shooting at the civilian population. The personal courage, resourcefulness and energy of this officer were of the highest order and greatly contributed to the successful part which his Regt played in the liberation of HOLLAND. 3)
Koningin Wilhelmina kende hem de Bronzen Leeuw toe, bevestigd in het Koninklijk Besluit van 24 april 1946 met deze korte omschrijving: ‘Tijdens de gevechten ter bevrijding van het bezette Nederlandsche grondgebied zich onderscheiden door het bedrijven van bijzondere moedige en beleidvolle daden. In alle opzichten een loffelijk voorbeeld gegeven onder moeilijke omstandigheden.’
‘In recognition of gallant and distinguished services’ in Korea juli 1953, ontving hij van de Britse koningin de ‘Most Excellent Order of the British Empire’.
Hamish Taite was een bekend cricketspeler. Tussen 1927 en 1939 speelde hij onder andere voor het Europese team in India. Hij trouwde in 1936 in Haverfordwest (Pembrokshire) met Cynthia Fredrika Kreiser (1914- 2012), de dochter van Waldemar Frederick Kreiser en Nettie Ruby Jones. Hamish en Cynthia kregen twee kinderen: Nathalie Margaret (1937) en Roger Geoffrey (1942).
Hamish Taite overleed op 5 april 1969 in zijn huis in Huttons Ambo, York.
Van zijn 49th West Riding Infantry Division, die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zulke zware gevechten leverde tegen de Duitse bezetter, sneuvelden 1.642 mannen in de strijd en waren er duizenden gewonden.
Citaten:
1) Tonny van Renterghem, De laatste huzaar. Conserve 2010, p. 206
2) Dr. Richter Roegholt, Amsterdam in de 20e eeuw – deel 2 (1945/1970). Het Spectrum 1979, p. 7
3) The National Archives, London Gazette, no 37853, 23 mei 1947
Verdere bronnen:
Patrick Delaforce, The Polar Bears. Fonthill, 2013
L. Marsland Gander, The dramatic Liberation of Amsterdam. The War Illustrated, no. 252, vol. 10
Met dank aan zoon Roger Taite voor de foto’s.
Ludmilla van Santen en Pauline Wesselink
Met dank aan: Norbert-Jan Nuij
Gerelateerde Berichten