Amsterdam 9 februari 1912
Amsterdam 7 mei 1945 – locatie Victoriahotel
Jan de Jongh, zoon van Simon de Jongh en Johanna van Dok, trouwde op 23 april 1936 in Alkmaar met Jannetje Noordijk (1913-1975). Jan vecht tijdens de meidagen van 1940 mee als huzaar en is in de oorlog actief in het verzet.
Als op 7 mei 1945 op de Dam wordt geschoten, is Jan in functie als wachtmeester van de Marechaussee, ingedeeld bij de stafwacht van de commandant van gewest 10 van de Binnenlandse Strijdkrachten, C.F. Overhoff. Nadat het vuren op de Dam gestaakt is, rijdt hij majoor Overhoff en de Duitse Hauptmann Bergmann met een zijspanmotor naar de schietpartij bij het Centraal Station. Daar wordt hij door een Duitser doodgeschoten op de hoek van de Prins Hendrikkade en het Damrak. De motor komt tot stilstand tegen het Victoriahotel.
Jan werd overgebracht naar de Zuiderkerk en op 14 mei 1945 met militaire eer begraven op begraafplaats Zorgvlied. Jan de Jongh laat zijn vrouw en zoontjes Johan en Theo achter. Jannetje de Jongh-Noordijk overleed op 3 september 1975. Zij werd bij haar man begraven.
In 1946 werd een plaquette onthuld op de gevel van het Victoriahotel. De plaquette is geadopteerd door de leerlingen van De Burghtschool in Amsterdam.
Jan de Jongh staat genoemd in de Erelijst Verzet.
Pauline Wesselink beschrijft het graf van Jan de Jongh in haar boek Paradijs Zorgvlied en sprak met zijn zoon Johan over het verzetsverleden van zijn vader.
Foto graf: Pauline Wesselink
Foto plaquette: Johan de Jongh