07-05-1945
Een Dramatische bevrijdingsdag.
Dit waargebeurde verhaal, uit het geheugen van een Amsterdamse Kasteleinsvrouw:
Berendina Annagina Meijer
Geboren: 10/ 01/1918 in Ontstwedde
Getrouwd: 10/10 /1940 te Amsterdam, en werd toen Dien Nieuwmeijer-Meijer.
Iedereen in Amsterdam was dat afgelopen weekend ontzettend blij. De Duitsers hadden immers gecapituleerd op 5 mei.
Eindelijk de bevrijding, na de laatste hongerwinter, die in Amsterdam ook bijzonder hevig had toegeslagen.
Ikzelf, 27 jaar, was broodmager en woog toen +/- 43 kg. Mijn man Harry was anderhalf jaar gedwongen werkzaam geweest in Duitsland. Sinds 4 weken was hij terug in Nederland. Hij was tijdens bombardementen op Hamburg gevlucht en fietsend en liftend naar Nederland gekomen. Voor zijn deportatie, had hij ons kind, net een half jaar meegemaakt. Onze Gerard was in maart 1943 geboren. U moet begrijpen, dat ons huis, Prins Hendrikkade 46 gelegen was in een zogenaamde Sperzone. Dat was een afgeschermd gebied op de Prins Hendrikkade, dat liep van Victoria Hotel tot de Martelaarsgracht. Dat deden de Duitsers omdat Hotel Victoria en het Loyd gebouw, in gebruik was door de Duitsers. De privé huisbewoners moesten een speciaal bewijs tonen, dat ze daar woonden.
Samen dreven wij een klein café, op nummer 46 en onze buurman had een sigarenwinkel. Deze twee kleine pandjes waren geheel ingesloten door het grote Victoria Hotel.
Op de 3e verdieping was onze keuken met een klein balkon.
Op de 7e mei was mijn man Harry ’s morgens naar de Dam gelopen, omdat het gerucht ging, de Canadezen komen. Rond 12 uur liep hij weer naar huis, en zei tegen mij: “nog niets geen Canadezen gezien. Ga jij maar even kijken met Gerard.” Ik ben toen naar de Dam gelopen met onze kleine jongen die net kon lopen. Via het Damrak naar de Dam. Daar aangekomen was het zwart van de mensen. Allemaal uiteraard in een uitgelaten en feestelijke stemming. Een orgel stond bekende liedjes te spelen.
Het was ook nog een mooie voorjaarsdag. Plotseling ging er gejuich op. Uit de richting van het Damrak kwam een militaire vrachtauto aanrijden. Iedereen dacht daar komen de Canadezen. De menigte begon uitgelaten te zwaaien. Ik ook. Maar wat gebeurde er?
De soldaten op de truck waren Duitsers en die waren zo gefrustreerd, dat ze om ons aan het schrikken te maken, in de lucht gingen schieten. De mensen renden alle kanten op. Op hetzelfde moment, dachten de Marine soldaten, die gelegerd waren in de grote Club, dat hun collega soldaten Op de Dam werden beschoten.
De ramen van de grote Club, (een gebouw aan de Dam) werden open gesmeten. Daarop volgend, werd er gericht op de rennende mensen geschoten. Het geratel van machine geweren en andere wapentuig was niet van de lucht. Ik schreeuwde van angst en werd door een man achter het orgel getrokken. Dit gaf een beetje dekking.
We waren met +/- 10 a 12 mensen achter het orgel gekropen. Links en rechts van ons vielen mannen en vrouwen gewond neer.
Wij hoorden de kogels inslaan in het orgel. Het was een nachtmerrie. Gerard krijste het uit. Totale ontreddering.
Na een paar minuten, die uren leken zei, de onbekende man tegen mij: “het schieten neemt af. Kom we rennen naar Krasnapolsky, daar is het veiliger.”
Hij nam mij bij de arm, en toen rennen! Ik heb nog nooit zo hard gelopen in mijn leven. Zonder kleerscheuren, bereikten wij Krasnapolsky. De man zei nog iets van ‘voorzichtig’ en verdween in de menigte. Kras was overvol, en er mocht niemand meer naar binnen. Geen plaats meer werd er gezegd. Toen besloot ik in mijn eentje via de Warmoesstraat naar huis te komen. Voor Kras stonden BS’ers met wapens, ook aan het begin van de Warmoesstraat. Ze waren erg nerveus, en commandeerde mij door te lopen, en wel zo snel mogelijk. Ik liep de hele Warmoesstraat af, richting Prins Hendrikkade. Er was bijna niemand op straat.
Zeer spookachtig. Mijn baby begon weer te huilen. Ik voelde me dood ongelukkig. Bij het einde van de Warmoesstraat lengte +/- 600 meter stonden groepen BS’ers.
En deze BS ers maande mij tot doorlopen. Nu nog de brug over en dan zou ik bijna thuis zijn.
Op de Brug lopende, zag ik tot mijn ontsteltenis, de vrachtwagen met de Duitsers die op de Dam in de lucht hadden geschoten. En die de oorzaak was van het bloedbad, dat daarop volgde. (Later hoorde ik dat er 19 doden en talloze gewonden waren te betreuren). De truck reed door onze hekversperring en stopte voor ons gesloten café. Ik was bijna thuis, op dat moment stapten wel twintig Duitse soldaten uit de truck. Ik was meteen omringd en ze keken niet bepaald vriendelijk naar mij. Ik hield mijn pasje voor mij, en liep naar de café deur.
In het laatste oorlogsjaar was er geen bier of drank meer te koop. De zaak was gesloten. Ik was ontzettend bang en liet 2x de sleutels vallen. Op mijn andere arm was ons kind. Niemand zei of deed iets. Eindelijk was ik binnen. De soldaten uit de Vrachtauto waren gelegerd in Victoria Hotel. Ze waren van de Ordnungs—Polizei.
Ik stond nu in de lege zaak met de gordijnen dicht, en wilde naar boven gaan. Plotseling werd er buiten hevig geschoten. Direct rende ik met Gerard naar de kelder, bond hem aan een bierleiding vast, en rende naar boven. 3 trappen op, tot bij de keuken. Daar het schieten steeds heviger werd, was ik ook nieuwsgierig wat er aan de hand was. Toen ben ik op mijn buik naar het balkon gekropen. En keek over de rand. Ik zag en hoorde een complete oorlog. Links en rechts van mij staken de geweren en mitrailleurs uit de ramen van het Victoria Hotel. De Duitsers schoten naar het middelste gedeelte van het Centraal Station, dat schijnbaar bezet was door de BS. (hoorde ik later). In de rechter vleugel van Centraal Station zaten de Duitsers. Deze schoten richting Sint Nicolaas Kerk en het begin van de Warmoesstraat.
Voor ons huis was vroeger een parkje met een theehuis. Dit alles is later opgeofferd aan het verkeer. In dat parkje waren toen sinds kort loopgraven aangelegd. De soldaten van de Truck stonden nu in de loopgraven naar het Station te schieten en schoten ook richting Sint Nicolaas Kerk waar ook BS’ers stonden te schieten. Terwijl ik met bonzend hart lag te kijken zag ik verschillende Duitse soldaten in de loopgraven in elkaar zakken.
Plotseling hield het schieten op. De reden was een motor met zijspan, die vanaf het Damrak aan was komen rijden met een witte vlag. Ze stopte voor de buurman een sigaren winkel. Op hetzelfde moment zag ik een van de loopgraven een Duitser overeind komen, richt zijn geweer en schiet.
Met 1 schot schiet hij op +/- 10 meter afstand Wachtmeester Jan de Jongh door het hart.
Hij gleed van zijn motor op straat. Tot mijn verbazing stapt er een woedende Duitse Officier uit de zijspan en begon te schreeuwen dat het schieten moest stoppen. Ook de man die achter de Jongh had gezeten met een BS armband schreeuwde ook om te stoppen. Later hoorde ik dat deze man de Commandant BS van Amsterdam was. Er werd niet meer geschoten.
Toen realiseerde ik mij, dat mijn man Harry er niet was. Door alle zenuwen, was dat compleet door mijn hoofd gegaan. Na +/- 30 minuten belde bij aan, hij was ongerust geweest en was mij gaan zoeken. Door het schieten op de Dam in de verte was hij zonder sleutels naar buiten gerend. Hij vertelde, dat hij naar de dam was gelopen via de Nieuwendijk waar bijna niemand liep. Op de Dam was men druk bezig met de slachtoffers af te voeren. Harry was dodelijk ongerust over mij en ons kind Gerard. Gelukkig is voor ons alles goed afgelopen. Ik moet nog vertellen, dat 6 of 7 doden of gewonde Duitsers direct met een auto ambulance werden afgevoerd. Wachtmeester de Jongh werd pas na anderhalf uur met een Fietskar Ambulance weggehaald
Mijn man heeft nog een laken over hem heen gelegd en na afloop met een emmer zand het bloed van de straat geveegd.
Het Gedenkteken is nog steeds aanwezig aan de muur van het Victoria Hotel. Wachtmeester Jan de Jongh had geen enkele kans.
Uiteraard heb ik me later gerealiseerd, dat het kijken op mijn buik zeer slecht had kunnen aflopen.
Jeugdige overmoed. Ik had die dag een beschermengel!
bron: verkregen door haar zoon Gerard Nieuwmeijer
Victoria hotel: op de tweede foto is het balkon te zien waarop Dien Nieuwmeijer gelegen heeft tijdens de schietpartij rondom het Centraal Station.
foto’s: stadsarchief Amsterdam
Met dank aan Rutger Bol van Stichting de Greb, die ons in contact bracht met Gerard Nieuwmeijer
Views: 8533