Charles Breijer wordt op 26 november 1914 geboren te Den Haag als zoon van Charles Jean Baptist Breijer, meubeltekenaar, en Grietje van der Hoeven.
Als gevolg van de crisis maakt Charles Breijer het voortgezet onderwijs niet af en wordt doka-hulp bij het Lichtbeeldeninstituut in Amsterdam. In 1934 moet hij een half jaar in militaire dienst en raakt daardoor zonder werk.
Begin 1935 gaat Breijer werken bij de Nederlandse Film Associatie ‘Visie’, aanvankelijk als manusje-van-alles, maar later als filmlaborant en camera-assistent. Visie was in 1932 opgericht door Max de Haas, Jo de Haas en Ab Keijzer, drie voormalige medewerkers van Polygoon te Haarlem.
Op 15 maart 1937 komt Charles Breijer in dienst bij De Arbeiderspers. Hij begint er als fotolaborant, maar kan vrijwel meteen als fotograaf aan het werk. Hij maakt fotoreportages voor Wij en voor Het Volk.
Bij De Arbeiderspers leert Charles Breijer Cas Oorthuys kennen. Oorthuys en zijn vrienden van de Bond van Kunstenaars ter Verdediging van Kulturele Rechten (BKVK) zijn bezig met de voorbereidingen van de tentoonstelling foto ’37 in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Hoewel Breijer geen lid wordt van de BKVK helpt hij bij het maken van vergrotingen en bij het opplakken van de foto’s voor de tentoonstelling. In deze tijd leert Breijer ook Sem Presser kennen.
Van augustus 1939 tot mei 1940 is Breijer als infanterist gelegerd bij Hoevelaken in de Grebbelinie. Na de demobilisatie komt hij terug bij De Arbeiderspers. Door zich ‘onmisbaar’ te laten verklaren, kan hij gedurende de bezetting blijven doorwerken en ontkomt hij aan de ‘Arbeitseinsatz’.
Al vroeg in de oorlog fotografeert Breijer de gevolgen van de bezetting. Hij maakt foto’s van Anjerdag, de joodse rellen in Amsterdam en de Artsenactie. Bovendien maakt hij pasfoto’s van onderduikers voor valse persoonsbewijzen.
Op verzoek van Oorthuys bewaart de familie Breijer wapens voor de verzetsgroep Guermonprez.
Om als journalistiek fotograaf ondergronds te kunnen werken heeft Breijer een dekmantel nodig en laat zich daarom registreren bij het Persgilde.
In september 1944 moet Breijer zich beschikbaar houden voor de Ordedienst van de Binnenlandse Strijdkrachten. In de laatste oorlogswinter krijgt hij samen met andere oud-militairen instructie met door Engelsen gedropte wapens. Breijer fotografeert deze instructies.
In december 1944 komt Breijer in contact met Tonny van Renterghem en Fritz Kahlenberg. Tot dan toe individuele, illegaal werkende fotografen worden door hen georganiseerd in een gecoördineerde organisatie, ‘Nederland Archief’ [red:’Ondergedoken Camera‘] genoemd.
Charles Breijer overlijdt op 18 augustus 2011 in zijn woonplaats Hilversum, op 96-jarige leeftijd.
Bron: deels overgenomen uit “Depth of Field”