Vrij Nederland 9 Mei 1945
Duitschers schieten op de duizendkoppige menigte op den Dam.
Amsterdam, 7 Mei. — Een redacteur van het A.N.P te Amsterdam is getuige geweest van een bloedbad, dat Maandagmiddag, op den Dam voor het Koninklijk Paleis door Duitsche troepen onder weerlooze burgers is aangericht. Omstreeks half één echter ging er plotseling een gejuich op van de enkele honderden stedelingen, die zich op het plein voor het Paleis hadden verzameld toen daar een zevental lichte Canadeesche tanks van het Rokin den Dam kwam oprijden. Na een haf uur vertrokken de Canadeezen in alle richtingen, doch later verspreidde zich het gerucht, dat de hoofdmacht tegen half vier in de stad verwacht werd, waarop vele duizenden — naar schatting een 8000 personen — zich op het plein voor het Paleis verzamelden. Om kwart over drie klonken plotseling verscheidene schoten, direct gevolgd door het geratel van machinegeweren. Duitsche mariniers, die post hadden gevat op de balcons van de Groote Club, openden het vuur op de menigte, die zich op den Dam, den Nieuwendijk, de Kalverstraat en de andere straten en stegen in de omgeving bevond. Een rampzalige paniek ontstond.
In het gedrang der vluchtende duizenden werden bovendien talloozen onder den voet geloopen. Verscheidene slachtoffers, dooden, zwaar en lichtgewonden, bleven als offer van dit optreden op het asfalt liggen. Vooral bij den Ouden Bisschop, op den hoek van Dam en Damrak, lagen vele slachtoffers onbewegelijk op straat. Onmiddellijk hadden de leden van de B.S. ingegrepen, zorgden voor de afzetting van alle straten, die op den Dam, den Vijgendam en Visschersdam uitkomen.
De toedracht van het incident.
De N.B.S. had zich dezen middag tot taak gesteld de Duitsche bezetting van het z.g. Geldkantoor achter het Paleis op de N.Z. Voorburgwal te verdrijven. Daartoe waren om eventueele incidenten te voorkomen alle straten in wijden omtrek afgezet. Vanuit de Raadhuisstraat kwam echter een reusachtige stroom feestvierenden aan, die slechts met groote moeite tot staan was te brengen. Intusschen was de Duitsche bezetting van het Geldkantoor uit het gebouw gekomen en werd terstond omringd door gewapende Amsterdamsche politieagenten met den band van de N.B.S. om. De Duitscbers werden, ontwapend via den achteruitgang het Paleis binnen gezonden.
Plotseling klonken talrijke schoten vanuit de Paleisstraat, geweervuur zoowel als het geratel van machinegeweren. Er ontstond een groote paniek onder de samengestroomde menigte, die naar alle kanten een goed heenkomen zocht, waarbij vrouwen en kinderen onder den voet werden geloopen. Een formeele veldslag werd er tusschen de Duitschers en de N.B.S.ers, gesteund door de Amsterdamsche politie, geleverd.
Het schieten nam een einde, nadat men den commandant van de B.S. te Amsterdam, den heer C. F. Overhoff, die zich toevallig voor Krasnapolsky bevond, verschillende malen den Dam had zien oversteken, vergezeld van een Duitsch officier, en in de Groote Club, waar het vuren vandaan kwam, had zien binnengaan. Men kon zien, hoe hij na eenigen tijd met een handgebaar aan zijn mannen beval het vuren te staken.
Later wordt bericht, dat bij den veldslag op den Dam 19 dooden zijn gevallen en 117 gewonden. Op het Stationsplein is een doode gevallen, bij een schietpartij tusschen de Gruene Polizei en de B.S.