Roswitha Greefkes benaderde ons met een heel bijzonder verhaal over Damslachtoffer Han Hutjes:
Wat ik weet is dat deze jongeman toentertijd een snoekduik heeft gemaakt om een kleine jongen van 5 jaar te redden die midden in de vuurlinie stond. Hij redde daarbij het jongetje zijn leven en werd daarbij zelf dodelijk geraakt. Dit weet ik omdat mijn vader dit jongetje was. Jaren later heeft mijn vader een ongeluk gehad. Hij lag een lange tijd in het ziekenhuis waar hij nachtmerries kreeg over die bewuste dag op de Dam en hij het gezicht zag van de jongeman die hem destijds het leven redde. Daarop heeft mijn vader de Telegraaf benaderd en zijn verhaal is in de Telegraaf geplaatst. Hierop kwam uiteindelijk het bericht dat de moeder van Han Hutjes was gevonden. Mijn vader heeft haar ontmoet en na haar overlijden hebben wij het geschilderde portet van Han Hutjes gekregen wat altijd in de woonkamer heeft gehangen.
Op 9 juni 2002 is mijn vader zeer onverwacht na een kort ziekbed overleden op 61 jarige leeftijd.
Elk jaar op 7 mei denk ik aan de jongeman die mijn vader het leven redde en daarbij zelf het leven liet.
Het verhaal van de vader van Roswitha is in 2 publicatie’s van de Telegraaf in 1988 aan de orde gekomen.
De Telegraaf 5 Mei 1988 pagina 5
WIE REDDE MIJ VAN DUITSE SCHOTEN OP DE DAM?”
door JOS VAN NOORD
Voor sommige mensen gaat de oorlog nooit over, voor anderen de bevrijding niet. Neem nou Frits Greefkes. Hij is nu 47. Voor hem breekt de échte bevrijdingsdag pas aan als hij weet wié op 7 mei 1945 op de Dam in Amsterdam zijn leven redde door hem opzij te duwen, toen er door rancuneuze Duitse soldaten vanuit „De Grote Club” werd geschoten op de dansende menigte. De jongeman in een regenjas, die de toen vijfjarige Frits snel uit de kogelregen naar achteren drukte, werd zelf dodelijk getroffen. Nog elke nacht zie ik zijn gezicht,” zegt Frits mij. Ik wil weten wie dat was, misschien leven zijn ouders nog of andere familieleden. Die moeten weten dat ik mijn leven aan hem te danken heb. Dat hij niet voor niets is gestorven.” De laatste tijd is het weer helemaal mis met Frits’ herinnering, soms wordt hij ’s nachts gillend wakker: nachtmerries heeft hij er van.
„Sinds ik twee weken geleden van een ladder ben gevallen en met een hersenschudding in het ziekenhuis ben opgenomen, laat het mij niet meer los. Steeds weer zie ik het gezicht van die man, vooral ’s nachts. Dan breekt het zweet me soms uit. De nachtzuster is al een keer komen vragen wat er aan de hand is. Ik zie het gezicht van die man vlak bij me, zoals hij daar neerviel met zijn beige regenjas,” zo vertelt Frits in het Streekziekenhuis vanHoorn, waar hij bijkomt van de hersenschudding en de hoofdwond die hij opliep bij zijn val van de ladder. Er is na de oorlog wel over geschreven, over die schoten op de Dam. Ooit is er ook een boek gepubliceerd en daar zie je nog een brancard op, met de man erop die mijn leven redde. Misschien zijn er lezers van de krant die zich herinneren wat er daar, op de hoek van de Kalverstraat en de Dam gebeurde. Ik liep aan de hand van m’n moeder over de Dam. Overal werd in groepjes gedanst om de bevrijding, vlakbij danste een groep verpleegsters samen met Rode-Kruiskorpsleden in uniform.” „Plotseling werd er vanaf het Rokin geschoten. M’n moeder, m’n kleine zusje en ik, wij renden over de Dam richting Kalverstraat om beschutting te zoeken. Daar werd toen ook vanuit de achterkant van ‘’De Club’ geschoten, er was paniek. De kogels kwamen vanuit de Kalverstraat. Een jongeman van een jaar of 20, hooguit 25, duwde mij naar achteren, maar werd zelf doodgeschoten.” Het gebeurde voor mijn ogen. Ik word er nog steeds wakker van. Wie was die man? Hij redde mijn leven, maar sneuvelde zelf. Ik moét weten wie hij was. het is een obsessie voor mij geworden.” geeft Frits, inmiddels huisschilder in het Noordhollandse Hem, toe.
De Telegraaf 14 Mei 1988 pagina 19
Han Hutjes duwde Frits opzij tijdens schietpartij op de Dam en werd daarbij zelf doodgeschoten.
Het is de 19-jarige scholier Han Hutjes geweest, die op 7 mei 1945 op de Dam in Amsterdam werd doodgeschoten op het moment dat hij het leven redde van de toen vijfjarige Frits Greefkes.
Dit is onomstotelijk komen vast te staan, toen familieleden van Hutjes donderdagavond naar het huis van Greefkes kwamen, in het Noordhollandse dorp Hem, om hem een schilderij te laten zien van het slachtoffer. Frits Greefkes herkende in het portret direct de roodharige jongeman die hem het leven redde.
Han Hutjes ligt begraven op het kerkhof ‘Moscowa’ bij Arnhem, zijn woonplaats. Op de grafsteen staat hoe hij op 7 mei op de Dam in Amsterdam werd doodgeschoten. De hoogbejaarde moeder van Han Hutjes woont in een bejaardenhuis in ‘s-Heerenberg. Er worden momenteel afspraken gemaakt om de 89-jarige moeder in contact te brengen met Frits Greefkes.
Met deze identificatie is een eind gekomen aan een jarenlange obsessie van huisschilder Frits Greefkes, inmiddels 47 jaar,die steeds heeft willen weten wie zijn redder was, maar daarmee pas onlangs voor de draad kwam, toen hij in het ziekenhuis belandde na een val van een ladder.
Anderhalve week geleden, op Bevrijdingsdag, schreven wij er over: Frits kon de gedachte aan zijn redder niet meer uit zijn hoofd zetten, werd soms badend in het zweet gillend wakker, nachtmerries had hij er van. Frits: „Wie was die man? Hij redde mijn leven, maar sneuvelde zelf. Ik móest weten wie hij was! Ik ben daarom blij en dankbaar dat ik het nu weet. Nu wil ik alleen nog zijn moeder bezoeken om haar te vertellen dat haar zoon niet voor niks stierf. Dat hij mijn leven redde.”
Op 7 mei 1945 werd Frits als klein ventje opzij geduwd door een jongeman, toen er door rancuneuze Duitse militairen van de Kriegsmarine vanuit gebouw De Groote Club werd geschoten op de feestvierende menigte op de Dam in Amsterdam. Frits, zijn moeder en zijn zusje kwamen min of meer bij toeval in de dansende menigte terecht, zij waren op weg naar huis, in de Orteliusstraat — lopend, want er reed nog geen tram. Toen het schieten met een machinegeweer vanaf het Rokin begon, brak er paniek uit. Frits, zijn kleine zusje en hun moeder vluchtten dwars over de Dam naar de Kalverstraat, bij de Paleisstraat.
Daar vlogen de kogels in het rond, maar de kleine Frits werd bij P&C naar achteren geduwd door een jongeman met roodblond haar, in een regenjas, die kort daarop zelf dodelijk getroffen neerviel. In de paniek maakte iedereen zich snel uit de voeten. Nu blijkt uit tien unieke foto’s, die — destijds gemaakt door fotograaf Hofman van de Amstelveenseweg — in bezit zijn van de heer A. P. de Graaf, dat de paniek zeer groot geweest moet zijn.
Een ooggetuige van toen: „Mensen lieten kinderwagens, paraplu’s, schoenen, tassen op straat achter, terwijl zij in grote angst wegvluchtten. Sommigen sprongen door de ramen van de Nieuwe Kerk, op de Nieuwendijk werden mensen in paniek door de winkelruiten geduwd, overal waren bloedsporen bleven dood of gewond op de Dam liggen. Er klonken hartverscheurende kreten, maar het schieten bleef voortduren, ook toen de Dam leeg was. Daarop klonken ook vanuit andere gebouwen schoten. Men kon moeilijk overzicht krijgen van de situatie. Er volgden vuurgevechten tussen de Duitsers en de Binnenlandse Strijdkrachten die ruim een uur duurden.”
Wat deed Han Hutjes uit Arnhem op 7 mei 1915 op de Dam in Amsterdam? Zijn klasgenoot van het Stedelijk Gymnasium in Arnhem, jhr. F.C. van Nispen tot Sevenaer uit Bilthoven. schreef aan Frits Greefkes: „Han was naar Amsterdam gegaan, omdat hij een oom had die daar in de gaarkeuken werkte. Zo kon hij af en toe wat eten bemachtigen.” ~Ik ben ontzettend opgelucht,” zegt Frits Greefkes. „Zodra de dokter toestemming geeft — ik ben nog maar net uit het ziekenhuis ontslagen — ga ik naar de moeder van Han Hutjes in ‘s- Heerenberg. Ik heb inmiddels een foto ontvangen van Han, een foto van een schilderij, dat zijn reeds lang overleden vader, een architect uit Arnhem, van hem maakte. Mijn vrouw en ik kijken er af en toe naar. Dat stemt mij heel dankbaar.”