Ad Windig (1912-1996) deed in de eerste oorlogsjaren werkervaring op bij Carel Blazer en Emmy Andriesse. Zijn eerste boek Uit de werkplaats der beeldhouwers verscheen in 1942.
In de laatste oorlogsjaren sloot hij zich aan bij De Ondergedoken Camera, een illegale groep, die de bezetting documenteerde. Hij maakte in die tijd enkele van zijn ‘klassieke’ beelden. Niet zonder gevaar: fotograferen zonder vergunning was verboden. Windig werd 2 weken voor de bevrijding samen met zijn vrouw opgepakt en naar de Groote Club op de Dam gebracht. Hij wist door een wc-raampje te ontsnappen: Verdammt noch mal, ik muss scheissen! Zijn vrouw Annabet werd later vrijgelaten.
In 1945 was hij een van de oprichters van de GKf (Gebonden Kunstenaarsfederatie fotografen). Hij ging in 1948 voor enige jaren met Carel Blazer een compagnonschap aan onder de naam Blazer en Windig. Ad Windig was op zijn beurt leermeester van Annelies Romein, Ed van der Elsken en Philip Mechanicus. Het doel van de fotografie was voor hem de publicatie: boeken maken, opdrachten en reclamedrukwerk. Van zijn reisfotografie die hij in de loop der jaren in zijn favoriete Frankrijk maakte stelde het MAI een tentoonstelling samen onder de titel ´Les Vacances de Monsieur Windig´ (Maison Descartes, Amsterdam 1997).
Lees ook zijn biografie op depthoffield.universiteitleiden.nl
Foto’s eigendom van Maria Austria Instituut