AMSTERDAM, 8 ME1 1945
AAN DEN HEER COMMANDANT BEWAKINGSTROEPEN
BINNENLANDSCHE STRIJDKRACHTEN
In antwoord op Uw verzoek om een verslag over de gebeurtenissen van
gisterenmiddag kan ik U het volgende mededelen.
Ik bevond mij gisterenmiddag ± 3 uur op de N.Z. Voorburgwal tusschen
Paleis en Postkantoor, waar ik getuige was, hoe een duitsche legerauto
met 2 inzittenden, die voor had uitgereden van het Centraal Station,
werd aangehouden door manschappen van de N.B.S., bijna allen in
politieuniform met helm.
De duitschers werden gedwongen uit te stappen en zover als ik kon zien
ontwapend. Zij werden daarna gebracht naar de achteruitgang van het
Paleis, de auto bij de ingang gerangeerd. Even daarna werd een
marinesoldaat opgebracht die even later weer naar buiten stormde.
Toen werd er geschoten, naar ik meen door dezen duitscher. Ik stond te
ver af om alles nauwkeurig te kunnen zien, maar de kogels gingen in de
richting van de menschenmenigte, die uiteen stoof. De man werd
overmand. Even later werden 1 of 2 Grüne Polizei-mannen met de
handen omhoog naar het Paleis geleid, uit de richting van het bureau v.h.
Handelsblad.
Wat er daarna gebeurde was in zijn snelheid onoverzichtelijk. Eensklaps
werd er geschoten naar ik meen met automatische wapens, zoodat allen op
de vlucht sloegen en de zijstegen van de N.Z. Voorburgwal instormden.
Het vuren hield eenigen tijd aan. Tegelijk schijnt het ook op de Dam tot
onregelmatigheden gekomen te zijn en werd daar het vuur geopend, want
bij onze vlucht in de richting v.d. Nieuwedijk stieten wij daar op
menschen die van de Dam gevlucht kwamen. Ik heb nog geprobeerd om
naar de Dam te komen, maar dit bleek ondoenlijk, daar de ingang van de
Nieuwe Dijk weer onder vuur genomen werd. Tenslotte heb ik mijn
fiets bij een N.B.S. post gestald in een van de zijstegen v.h. Damrak en
toen geprobeerd om via Damrak naar de Dam te komen, daar om
geestelijke hulp gevraagd werd. Ook dit was onmogelijk. Ook nu werd
telkens in onze richting gevuurd. Tenslotte gelukte het mij via de Beurs
op de Commandopost N.B.S. Warmoesstraat 155 te komen om een
stervende bij te staan. Daama ben ik naar Krasnapolski gegaan en heb daar
plat op de grond gewonden geholpen. De zaal lag in het schootsveld,
daarom hebben wij de gewonden naar achteren versleept. Toen ben ik
weer naar 155 gegaan en daar geruime tijd gebleven om tenslotte weer in
Kras te komen. Hier heb ik langen tijd gewacht totdat het ons onder
dekking van de witte vlag mogelijk werd langs de Bijenkorf naar het
Damrak te gaan en toen de Dam over te steken naar het Rokin. Telkens werd er nog gevuurd, maar daar wij in Kras niet bij de ramen mochten
komen kan ik U niet zeggen of het vuur der Duitschers ook beantwoord
werd door de N.B.S. Dit is zeker niet het geval voor die N.B.S. die zich bij
Kras en omgeving bevond.
Nauwelijks was ik na het oversteken v.d. Dam op het Rokin gekomen of
er werd weer geschoten. Of het vuur door de N.B.S. bij het Rokin
beantwoord werd durf ik niet te zeggen. Wel gebeurde dit toen ik
even later van het Rokin weer naar Kras begaf. Toen werd er geschoten
door een N.B.S.’er bij de Nes.
In Kras teruggekeerd heb ik daar het terugkeeren van de rust afgewacht.
Zooals U uit dit verslag zult opmaken heb ik ook door mijn werk bij de
gewonden in de eerste periode weinig kunnen zien van wat er zich precies
op de Dam heeft afgespeeld. Misschien dat mijn gegevens omtrent het
gebeurde op de N.Z. Voorburgwal U van dienst kunnen zijn.
Inmiddels teeken ik met de meeste hoogachting,
Uw dienstw. dienaar
J.M. Smulders S.J
Bron: Centraal Archievendepot, Ministerie van Defensie, Doc. O.D., inv.nr. A-53,
CBT nr. 20